Hoe zorg je nu voor een betrokken publiek? Daar geef ik je in deze video 7 tips voor.
Maar waarom zou je dat doen? Ook die vraag ga ik beantwoorden.
Lees je liever dan dat je video kijkt? Ga dan verder onder de video.
Waarom een betrokken publiek?
Laat ik eerst beginnen met de laatste vraag, “Waarom zou je een betrokken publiek willen?”
Binnenkomen
Kort gezegd, op het moment dat je publiek niet betrokken is, komt er eigenlijk niets binnen.
Ze gaan niets doen met dat wat jij ze vertelt in je presentatie of lezing. Ze gaan niet een product van je kopen of klant van je worden, als dat het doel is van je presentatie. Ze gaan ook niks veranderen in hun leven, in hun werk of in hun relaties.
Uiteindelijk is dat toch waarvoor je een lezing of presentatie geeft, of zelfs maar een pitch. Om te zorgen dat mensen er iets mee gaan doen. Dat ze in beweging komen, dat er wat verandert.
Vertrouwen
Een publiek wat niet betrokken is, geeft je ook geen vertrouwen. Als ze jou niet vertrouwen, dan zullen ze ook geen klant van je worden. Ze zullen geen ambassadeur van je worden. Ze zullen geen andere mensen naar je doorverwijzen. Ze zullen je niet aanbevelen.
Een betrokken publiek zorgt voor beide. Het zorgt ervoor dat mensen wat gaan doen met dat wat jij ze geeft. Het zorgt ervoor dat ze een product van je afnemen of klant bij je worden. Het zorgt ervoor dat ze mensen naar jou doorsturen. Daarom is het zo belangrijk om een betrokken publiek te hebben.
De 7 tips
Maar ja, hoe doe je dat dan? Daarvoor heb ik hieronder 7 tips staan die je daarbij kunnen helpen.
1. Zorg voor de juiste slides
Wat bedoel ik met slides? Het gaat om je presentatie op het scherm, dus je PowerPoint, Prezi of welke software je daar dan ook voor gebruikt.
Er gaan veel leuke filmpjes rond over wat er allemaal mis is met PowerPoint en waarom je het niet zou moeten gebruiken. Hierdoor merk ik een tendens dat ondernemers zeggen dat ze blijkbaar helemaal geen PowerPoint meer moeten gebruiken.
Kind met het badwater weggooien
Dat is het kind met het badwater weggooien. Er zitten een heleboel dingen in PowerPoint die vooral leuk zijn om mee te spelen en die inderdaad niet zorgen voor een betrokken publiek.
Toch is in basis het gebruik van slides, op de goeie manier, heel waardevol. Het zorgt voor een betrokken publiek. En het zorgt ervoor dat er makkelijker onthouden wordt wat jij vertelt, wat jij geeft.
Juiste opbouw
Waar het dus om gaat, is dat je presentatie op die manier opgebouwd is, dat het mensen helpt om bij jouw verhaal te blijven, bij jouw presentatie te blijven en bij jou als presentator te blijven.
Daar is waar het vaak misgaat. Al die dingen die getoond worden in die grappige filmpjes, gaan over dingen in PowerPoint, in presentaties, die gedaan worden, maar die zorgen dat jouw publiek weggaat bij jou. Met de aandacht is bij jouw slides, bij jouw dia’s. En dus niet meer met de aandacht bij jou is en bij wat jij aan het vertellen bent.
Dan werkt het contraproductief. Maar zorg voor een goeie presentatie en het draagt echt bij. Wat een goeie presentatie is, hoe je die goed opbouwt, dat gaat te ver om dat in deze video uit te leggen. Dat is eigenlijk een complete cursus, dus dat komt op een ander moment.
2. Maak oogcontact
De volgende tip is: maak oogcontact. Waarom? Iemand die jou niet aankijkt, daar ben jij niet bij betrokken. Dan is het heel moeilijk om te blijven luisteren naar wat die persoon zegt. Daarom is het dus belangrijk om te zorgen dat jij je publiek aankijkt.
Dan bedoel ik niet iemand aan gaan zitten staren. Niet alleen maar wisselen tussen drie dezelfde personen, terwijl je misschien wel 40 mensen in de zaal hebt. Verdeel de aandacht.
Wat er misgaat
Wat zie ik nou veel misgaan? Dat is dat mensen, op het moment dat ze presenteren, over hun publiek heen kijken. En dus niemand aankijken. Of ze zijn heel veel bezig met het blaadje, met hun aantekeningen. Dat is een van de redenen waarom ik al leer om niet met aantekeningen te werken.
Wat ik ook heel veel terugzie, is dat mensen de helft van de tijd achterstevoren staan, omdat ze naar het bord of hun slides gedraaid staan. Dat ze aan het oplezen zijn wat ze op de presentatie hebben staan of omdat ze continue aan het aanwijzen zijn.
Daardoor de helft van de tijd achterstevoren staan. Dan kijk je tegen een achterhoofd aan. Ook al zijn er natuurlijke momenten om even het oogcontact te verbreken, het is nooit lang.
Grootste deel van de tijd
Het grootste deel van de tijd zorg je dan voor oogcontact. En dat is de basis onder vertrouwen, dat is de basis onder betrokken voelen. Ik weet hoe moeilijk dat kan zijn, zeker in het begin, maar het is heel belangrijk om dit echt te gaan doen.
Daarom dat ik hier ook in mijn trainingen veel aandacht aan besteed, omdat dit zo’n belangrijk onderdeel is van betrokkenheid en van het vertrouwen.
3. Hand op laten steken
De volgende tip is: laat mensen hun hand opsteken. Het klinkt heel eenvoudig en qua handeling is het natuurlijk ook heel eenvoudig. Toch het zorgt er wel voor dat ze op dat moment door de actie meer betrokken raken, als ze het nog niet zijn. Of dat je ze meer betrokken houdt, als ze het wel zijn.
Je kunt dit doen met een check-in als bijvoorbeeld “herken je dit?” of “steek je hand eens op, als je dit herkent.” Wanneer ze dan hun hand opsteken zijn ze, in wat ze in het Engels noemen in agreement. En dat in agreement zijn, dat zorgt voor een hele sterke mate van betrokkenheid. De volgende tip hoort hier heel sterk bij.
4. Laat ze uitroepen doen
Tip nummer 4 alweer. En dat is: laat ze uitroepen doen. En wat bedoel ik met een uitroep? Ik bedoel bijvoorbeeld iets laten zeggen als “ik” of “ja”.
Dit kan een antwoord zijn op een ja/nee-vraag. Laat ze dan ook werkelijk antwoorden. Zorg wel dat je je vraag zo stelt dat je er zeker van bent dat 90 à 95% ja zal zeggen. Dan hoef je ook niet bang te zijn voor de “nee”, want die komt dan eigenlijk niet.
In agreement
Hier kun je weer een check-in doen om mensen weer in agreement te krijgen. Dan pas komt die informatie werkelijk door en gaat naar het geheugen. Dan zijn ze niet meer bezig met afwegen of het wel klopt wat je zegt. Ik ga ervan uit dat wat jij zegt, dat dat zal kloppen. Dus dat mag je publiek ook doen. Met deze laatste 2 tips doe je dat.
5. Stel vragen
Dan gaan we naar de vijfde tip en dat is: stel vragen. Je kunt natuurlijk heel veel verschillende soorten vragen stellen. Degene die ik hier bedoel, is de retorische vraag.
Waarom nou die retorische vraag? Op het moment dat iemand je een vraag stelt, gaat je brein proberen daar antwoord op te geven. Zelfs als je de informatie nog niet hebt. Dat geldt dus ook voor je publiek.
Beantwoord
Natuurlijk moet je het daar niet bij laten. Het is een retorische vraag, dus het antwoord moet komen. Er moet niet een onzekerheid overblijven. Dit is iets wat je zelfs in een pitch van een minuut kunt doen en wat heel sterk werkt.
Heb je meer tijd, dan kun je ook vragen stellen waar ze op kunnen gaan antwoorden. Bijvoorbeeld de vraag “wil je iets delen?”. Als je genoeg tijd hebt, kan het leuk zijn om een vraag te stellen zoals “wie weet wat je allemaal kunt doen om je publiek betrokken te houden?” en ze daar dan op laten antwoorden. Uiteindelijk geef je zelf het antwoord alsnog een keer, ongeacht of ze goede of foute dingen riepen. Het zorgt ervoor dat ze heel erg betrokken raken. En dat ze dus uiteindelijk veel meer doen met wat jij te bieden hebt.
6. Geef opdrachten
Dan zijn we alweer bij de één na laatste tip. Die ligt een beetje in het verlengde, alleen je doet het ‘andersom’: je stelt niet meer een vraag, maar je geeft een opdracht.
Wat bedoel ik met een opdracht? Eigenlijk is "steek je hand op als” al een heel eenvoudige vorm van een opdracht.
Ik bedoel hier de andere soorten opdrachten, bijvoorbeeld als je zegt “schrijf dit op, dit is belangrijk”. En dan dicteer je wat ze op moeten schrijven. Of “ga naar pagina 12 in je werkboek”. Zelfs al zijn ze op pagina 12, ze gaan kijken. Ook dat is weer betrokkenheid en ook dan blijven ze dus meer, aandachtiger, luisteren naar wat je zegt. Het komt beter binnen, het wordt beter onthouden.
Korte oefeningen
Een andere vorm van opdracht zijn de kleine oefeningen. En ik wil even dat klein benadrukken. Want we hebben wel eens de neiging om hele ingewikkelde oefeningen te maken. Zeker als we ergens goed in zijn, heel veel kennis van hebben en heel veel expertise in hebben. Dat bewaar je voor in een training.
Een korte oefening werkt heel erg sterk. Wil je dat ervaren, kijk dan de video vanaf minuut 11:30. Als je dit meegedaan hebt, dan merk je misschien dat het heel makkelijk is om erin mee te gaan. Ondertussen heb ik je wel een heleboel opdrachten gegeven. Dat zorgt ervoor dat jouw brein in overeenstemming komt met mij of eigenlijk met mijn brein, want uiteindelijk werkt het op dat niveau.
Je neemt hierdoor nog meer op van wat ik vertel, waardoor je er meer mee gaat doen. Dit soort hele korte oefeningen werken het best in zo’n geval. Kijk de video straks eens terug en luister dan eens hoeveel opdrachten ik gegeven heb. Dus hoe krachtig zo’n korte oefening kan zijn.
7. Zorg voor hoge energie
Dan zijn we alweer bij de laatste tip: zorg ervoor dat je publiek in een hoge energie blijft. Bedoel ik daarmee dat je als een gek over het podium moet gaan staan springen? Tenzij dat bij je publiek past, bijvoorbeeld kleine kinderen, zou ik dat zeker niet doen, want je bent ze finaal kwijt.
Wat dan wel? Zorg er wel voor dat jij voldoende energie hebt om jouw publiek ook in energie te laten stijgen, want je publiek spiegelt. En op het moment dat je merkt dat het wat veel wordt, dat mensen inzakken, zorg ook dat je even weer die energie omhoog brengt.
Energizers
Doe dit bijvoorbeeld met een kleine wat ze ook wel noemen energizer. Ons brein heeft energie nodig om überhaupt te kunnen verwerken wat jij ze vertelt, wat jij geeft. Om er dus ook werkelijk wat mee te kunnen gaan doen. Ook ons geheugen is afhankelijk van onze energie. Zolang jij zorgt dat ze in een hoge energie blijven, gaan ze dus ook meer opslaan. Creëer je eigenlijk een voorwaarde voor dat brein om weer meer betrokken te blijven.
Zelf aan de slag
Op veel van de tips zou ik nog veel verder in kunnen gaan en dat komt ook allemaal terug in mijn training, want het is belangrijk om hier goed mee te oefenen.
Stap voor stap
Wil je aan de slag gaan met deze tips, en dat hoop ik echt van harte, begin met één tip tegelijk. Je kunt natuurlijk van boven naar beneden werken, maar je kunt ook een tip pakken die jou nu het meest aanspreekt of waarvan je denkt “hier moet ik nog het meest in oefenen”. Probeer niet alles tegelijk te doen, want dan ga het tijdens je presentatie zo in je hoofd zitten dat je het waarschijnlijk allemaal niet meer doet of je hele verhaal niet meer eruit krijgt. Dus doe het stap voor stap.
Als laatste
Als laatste wil ik je vragen: was deze video voor jou waardevol? Was het interessant? Deel hem dan met je netwerk op bijvoorbeeld FaceBook of LinkedIn. Deel deze video, zodat ook andere mensen deze tips kunnen krijgen.
Wil je op de hoogte blijven van mijn video’s en blogs, abonneer je dan op mijn nieuwsbrief. Je krijgt dan automatisch een e-mail op het moment dat ik een nieuwe video of blog plaats.
En niet vergeten: je hebt hier pas wat aan als je er wat mee gaat doen.
{a2428ar29908}